Ruim tien tussenjaarprogramma’s zijn in de afgelopen jaren in Nederland gestart. Waarvan een aantal door mensen die zelf in het onderwijs werken of werkten als decaan of studieloopbaanbegeleider. Voor een mini-serie vroegen wij naar hun ervaringen. In deel 3: Rogier van Aanholt.
Bekijk het overzicht van tussenjaarprogramma’s in Nederland
Als studieloopbaanbegeleider bij de Hogeschool van Arnhem & Nijmegen kon Rogier niet de bijdrage leveren aan de ontwikkeling van jongeren die hij wilde. Samen met twee collega’s van de hogeschool bedacht en financierde hij met eigen spaargeld de Jonge Helden Academie. Gaandeweg ontstond een tweede bedrijf: Verschilmakers, waarbij de focus ligt op teams en organisaties. Inmiddels vallen de Jonge Helden Academie en Verschilmakers onder Verschilmakers Groep.

Rogier (rechtsonder) met collega’s van de Jonge Helden Academie
Naast zijn rol als docent sociale studies was Rogier zes jaar studieloopbaanbegeleider. Hij vertelt: ‘Bij veel onderwijsinstellingen is de taak van studieloopbaanbegeleider een soort sluitpost. Iets wat je erbij doet. Ik trapte in de valkuil dat ik de grootste hoeveelheid van die tijd besteedde aan probleemgevallen. Alle studenten zouden evenveel recht moeten hebben op aandacht voor hun ontwikkeling. Maar er is geen tijd voor de twijfels en dromen van degenen die zich niet zo laten horen.
Dilemma van decanen en mentoren
Van veel decanen en mentoren hoor ik dat zij ook met dit dilemma zitten. Dit paste niet bij wie ik ben. Ik ga voor alles of niets en kan niet half begeleiden. Daarom reserveerde ik buiten mijn werkuren een ruimte op de hogeschool om met studenten te praten over hun dromen, ambities en plannen. Veel jongeren zijn dat niet gewend. Ze kloppen alleen aan bij hun mentor, decaan of studieloopbaanbegeleider als ze een probleem hebben. Dat heeft niets te maken met de goede intenties van onderwijsprofessionals maar zegt alles over de gevormde perceptie van jongeren t.a.v. een decaan, mentor, docent en onderwijsomgeving.
Studievertraging en -uitval
Zijn collega Marieke van Baars werkte als onderwijsmanager en interviewde voor een onderzoek veel studenten over studievertraging. Met haar en collega docent, pedagoog en coach/trainer Geert Vaarwerk sprak Rogier over het probleem van studievertraging en uitval in het hoger onderwijs. ‘De essentie is dat mensen eerst zichzelf leren kennen. En het heeft te maken met de perceptie die jongeren hebben van onderwijs: iets dat moet. Daarom kun je dit probleem niet alleen vanuit onderwijsinstellingen oplossen. Om écht aansluiting bij jongeren te krijgen, moesten wij samen met hen iets gaan opzetten buiten het onderwijs zodat zij ook met meer afstand en objectiever konden leren kijken naar dat onderwijs.’
Meer dan tussenjaarprogramma
Zo ontstond de Jonge Helden Academie in 2014, inmiddels dus Verschilmakers. Het staat in dit overzicht van tussenjaarprogramma’s, maar zo noemt Rogier het niet graag. ‘Die benaming is te beperkt. Bovendien merk ik in veel gesprekken met ouders en onderwijsprofessionals dat het woord tussenjaar een stigma heeft. Dit wordt vooral gezien als iets voor rijke jongeren die willen reizen of falen in het maken van een studiekeuze. Wat wij bieden is een plek en route voor duurzame ontwikkeling van mensen. Het is een individuele ontwikkelroute in een groep. Vanuit de uniciteit van het individu, in relatie tot de context van dat individu. Dat is leeftijdsloos.
Workshop voor ouders bij Hogeschool Arnhem Nijmegen
Al vanaf het begin kregen we enthousiaste reacties van ouders, die hiermee zelf ook aan de slag wilden. Vanuit daar zijn we Verschilmakers gestart en begeleiden we onder andere onderwijsprofessionals en -teams; om binnen het onderwijssysteem een optimale bijdrage te kunnen leveren aan de ontwikkeling van jongeren op een manier die past bij hun persoonlijkheid en bij die van de onderwijsprofessional.
Deelnamekosten
Een verschil met tussenjaarprogramma’s is ook dat jongeren hier één in plaats van meerdere dagen per week bijeenkomen. Rogier: ‘Een duurzame ontwikkeling heeft tijd nodig. Het gaat niet sneller als je er meerdere dagen per week mee bezig bent. En hierdoor kunnen deelnemers naast het programma werken en kunnen wij de deelnamekosten laag houden.’